GEZONDE MOBILITEIT en RAI Aftermarket

Dossier

GEZONDE MOBILITEIT en RAI Aftermarket

Hoe iedereen een bijdrage kan leveren aan het verduurzamen van onze mobiliteit.

Spring naar

Gezonde mobiliteit, een integrale aanpak

Mobiliteit heeft de maatschappij – consumenten en ondernemingen – veel gebracht. Door mobiliteit zijn mensen en goederen instaat zich op een flexibele manier van A naar B te verplaatsen. Het is een natuurlijke behoefte die veel welvaart en welzijn brengt. Economische groei en sociaal-, maatschappelijke ontplooiing zijn mede door auto mobiliteit mogelijk gemaakt. We kunnen zonder omwegen stellen dat we dat als branche ‘met z’n allen’ hebben bereikt. Aan die mobiliteit heeft onze aarde eveneens veel bijgedragen. De beschikbaarheid van grondstoffen, materialen en daardoor bijvoorbeeld brandstoffen, hebben het succes van de huidige mobiliteit mogelijk gemaakt.
Het heeft echter, zoals we allemaal weten en ervaren, naast alle goede ook minder goede aspecten voor mens en milieu zichtbaar gemaakt. In de hopelijk achter ons liggende coronaperiode is dat nog eens extra uitvergroot. Het EU Klimaatplan, het IPCC-rapport van de Verenigde Naties, de akkoorden van Parijs en recentelijk de voorstellen van de milieutop uit Glasgow, benadrukken allemaal dat er iets moet veranderen. En eerlijk is eerlijk, zijn we het niet aan onszelf en alle komende generaties verplicht om er niet een beetje, maar alles aan te doen dat de wereld leefbaar blijft!

Fundament

Nu is het moment voor een nieuwe start, voor een betere balans. RAI Aftermarket wil hier haar rol pakken, zelfs verantwoordelijkheid nemen. RAI Aftermarket vraagt echter nadrukkelijk aandacht voor een eerlijke balans van alle voordelen en nadelen die mobiliteit met zich mee brengt. De hele keten en in alle fasen van ontwerp (duurzaamheid by design), productie (effectiever gebruik grondstoffen), hergebruik (circulaire economie), onderhoud (voorkom vroegtijdige vervanging) en ontmanteling (hergebruik materialen). Met als doel: een betere mobiliteit voor mens en milieu. Bovenal een gezonde en dus duurzame mobiliteit, zoals we als RAI Aftermarket in 2020 daarvoor al het fundament hebben gelegd. Echter, een gezonde mobiliteit vraagt om een integrale aanpak van klimaat, milieu, duurzaamheid en digitalisering. De klimaatdiscussie is een zaak van en en en en en en. Vaak echter met tegenstijdige belangen, verschillende tijdspaden en verborgen kosten. Het is dan ook een illusie om te denken dat er één politieke oplossing bestaat om alle doelstellingen voor deze aspecten te halen.

Emissiearm

“Wat goed is voor de lever hoeft niet goed te zijn voor de nieren en andersom”, stelde een Spaanse EU-politicus tijdens een discussie in Brussel. Oftewel, voordelen op de ene plek leiden soms tot nadelen op een andere plek. Korte termijn voordelen voor maatschappij en/of bedrijfs­leven kunnen serieuze lange termijn nadelen hebben voor de aarde en visa versa. Nogmaals, daarom is een integrale aanpak nodig. Aan de hand van enkele in willekeurige volgorde gekozen punten en dossiers leggen we onze visie voor die zou moeten leiden tot wat we allemaal willen: een voor iedereen gezonde en duurzame mobiliteit. Onder die noemer vragen we vanuit RAI Aftermarket nadrukkelijk aandacht voor emissiearme of zelfs -fossiel vrije brandstoffen. Willen we inzetten op materiaalbesparing en hergebruik van grondstoffen. Stimuleren we circulaire economie, kijken we naar cyber- en rijveiligheid en veilige werkomstandigheden. Datamacht en lokaal ondernemerschap spelen daar een belangrijke rol in. Gezonde mobiliteit is mobiliteit dat rekening houdt met de belangen van alle betrokken marktpartijen in de totale mobiliteits­branche. Gezonde mobiliteit zorgt voor een transparante balans in alle voordelen en nadelen die onze mobiliteits­keuzen met zich meebrengen. Gezonde mobiliteit speelt in op de mogelijkheden die alle belanghebbende stakeholders te bieden hebben. Inclusief de particuliere consument. Oftewel, gezonde mobiliteit houdt rekening met iedereen.

Circulair

RAI Aftermarket staat dus voor een gezonde balans voor iedere gebruiker en iedere aanbieder van mobiliteits­producten en diensten. Met als resultaat ook een gezond ondernemersklimaat voor de automotive aftermarket inclusief de aftersales. Wat dat laatste betreft spelen autobedrijven en hun werkplaats een hoofdrol. Door het professioneel en vakkundig repareren en onderhouden – niet in de laatste plaats ook de apk – van mobiliteits­producten beperken we zo veel mogelijk het onnodig weggooien en afdanken van mobiliteits­producten en besparen we onnodig grondstoffen- en materiaalgebruik. Door het vakmanschap van monteurs zijn we instaat om auto’s op een duurzame manier veilig mobiel te houden en bevorderen we de circulaire economie. Overschakelen op elektrische rijden is niet zomaar en direct een goed idee. Net als bij andere apparaten zit er veel verborgen kosten (energieverbruik en grondstoffen) in bijvoorbeeld de productie van auto’s. Wie eenmaal een schone en zuinige auto heeft kan er ook voor kiezen om deze goed te onderhouden en lang mee te rijden. De productie van één nieuwe auto doet een aanslag op het milieu die even groot is als 6 jaar doorrijden met een bestaande auto. Het is op wereldschaal dus beter om niet geforceerd, maar geleidelijk over te stappen op elektrische auto’s. Ook in relatie tot grootschalige investeringen die nodig zijn voor infrastructuur en energieopwekking. Of anders gezegd, rij je auto gewoon milieuvriendelijk op.

Brandstof

Dat betekent wel dat overheden en een deel van de maatschappij overtuigd moeten worden en vooral open moeten staan voor alternatieven in plaats van een battery only visie.

Op het gebied van CO2- en emissievriendelijke brandstoffen zijn er (naast duurzame waterstof en elektriciteit) zeer veel andere ontwikkelingen en initiatieven als HVO, E-fuels, synthetische brandstoffen, GTL, Alkylaat brandstoffen, etc. De voordelen van deze brandstoffen zijn direct toepasbaar in het huidige wagenpark en tankinfrastructuur. Kunnen daarom van toegevoegde waarde zijn binnen de totale energietransitie. Mogelijkheden waardoor ook het bestaande wagenpark een actieve bijdrage kan leveren om de klimaat- en milieudoelen te halen. In deze hebben we als Nederland zelfs een primeur. Shell gaat op haar terrein in het Rotterdamse Pernis één van Europa’s grootste biobrandstoffenfabrieken bouwen. Met een capaciteit van 820.000 ton per jaar. Volgens berekeningen kan met deze hoeveelheid hernieuwbare diesel de CO2-uitstoot met zo'n 2,8 miljoen ton per jaar worden verminderd. Dit kun je vergelijken met het weghalen van ruim 1 miljoen middelgrote Europese diesel­auto's. De CO2-uitstoot die vrij komst bij productie wordt afgevangen en opgeslagen in een leeg gasveld onder de Noordzee. Met de bouw wil Shell de productie van traditionele fossiele brandstoffen verminderen. In plaats daarvan wil het bedrijf meer koolstofarme brandstoffen leveren, zoals waterstof en biobrandstoffen voor wegvervoer en luchtvaart. Kortom, heb oog voor meer dan alleen batterijen.

Groene mobiliteit

Wie snapt nog welke vormen van mobiliteit echt groen zijn. Om elektrische auto’s succesvol te maken heb je geen verbod op verbrandingsmotoren nodig. De huidige stroom waar elektrische auto’s op rijden wordt voor 80 procent opgewekt door fossiel zoals kolen, gas of het verbranden van hout. De huidige productie van elektrische auto’s verlangt meer energie en grondstoffen dan de productie van een vergelijkbare auto met verbrandingsmotor. Hoe eerlijk is het eigenlijk om een 100% batterij elektrische auto te rijden als je weet dat hiervoor aan de andere kant van de aarde kobaltmijnen of andere schaarse aardmetalen ‘geplunderd’ worden. Of dat het nodig is om zee en land vol te zetten met windmolens om nog maar niet te spreken over het in Nederland vol stoppen van de grond met koperleidingen voor voldoende elektrische capaciteit. En wat als er in de toekomst voldoende fossielvrije stroom beschikbaar komt. Als we dan toch fossielvrije stroom in voldoende mate beschikbaar hebben kunnen we er ook voor kiezen om fossielvrije brandstof (benzine, diesel en vooral ook kerosine voor luchtvaart) te maken (middels waterstof). Dan kan het huidige wagenpark met de huidige brandstofinfrastructuur fossielvrij doorrijden. Dan besparen we veel grondstoffen en hoeven we minder voertuig­en weg te gooien. Maar staat de politiek daar voor open? Kunnen ze dat ‘verkopen’ in Brussel en aan de milieulobby?

Wagenpark

Het oprijden van een auto past ook in een circulair perspectief. Niet voor niets is repareerbaarheid als bijdrage aan een gezond klimaat en dito milieu een politiek thema aan het worden. Om een gezond klimaat en milieu te bereiken is het belangrijk dat producten lang(er) meegaan. Dit geldt ook voor de mobiliteits­branche. Auto’s zijn een schoolvoorbeeld van productendie lang en steeds langer meegaan. De autoreparatie sector speelt hier een grote rol in. Niet in de laatste plaats door ons apk-systeem. Naast milieu- en veiligheid voordelen, leveren werkplaatsen veel werkgelegenheid en concurrerende producten en diensten voor de klant op. Dit wordt onderstreept door een onderzoek in opdracht van het Planbureau voor de leefomgeving (PBL). Hierin wordt ingegaan op belangrijke processen die er toe hebben geleid dat de autoreparatie sector zo succesvol hierin is geworden. Dit toont weldegelijk het milieu belang aan als auto’s steeds langer mee gaan. Het ouder worden van het­wagenpark is dus niet alleen een schande zoals sommigen beweren. Maar is weldegelijk ook een positief signaal voor een gezonde mobiliteit. Door deze – gewenste – ontwikkeling wordt binnen de autobranche de rol van werkplaatsen en de uitvoering van de hiervoor al aangehaalde apk steeds relevanter. Ook bij het langdurig op de weg houden en onderhouden van elektrische en waterstof voertuig­en.

Lokaal werkgeverschap

Voor de eindgebruiker is de toekomstige betaalbaarheid van mobiliteit belangrijk. Dat is overigens alleen haalbaar met een gezond ondernemersklimaat op een gelijk en steeds complexer speelveld. Waar ondernemingen marge maken om te kunnen investeren in een duurzame toekomst. Het Nederlandse ondernemersklimaat heeft vooral een lokaal karakter. Terwijl de problematiek grootser en grensoverschrijdend is. Maar het lokale MKB-gedreven ondernemerschap houdt wel het economische vliegwiel draaiende. Het MKB geeft financieel onderdak aan 70 tot 80 procent van de werkende bevolking in ons land. Niet in de laatste plaats in de mobiliteits­branche. Er is dus een groot maatschappelijk en economisch belang om deze ondernemingen te ondersteunen.

Belangrijk is wel, dat als je duurzaam wil vergroenen, oplossingen wel enig handelings­perspectief moeten bieden aan mensen met een modaal inkomen. Ongeveer 80 procent van de Nederlandse Bevolking verdient immers het modale inkomen van ongeveer €3.000,- bruto per maand of ietsje minder. Niet iedereen kan zich vandaag dus een nieuwe elektrische auto (batterij of waterstof) permitteren. Nu geforceerd nieuwe elektrische auto’s proberen de markt in duwen is niet voor iedereen een oplossing. Zeker niet voor de Jan Modaal. De vraag is: welke oplossing bieden we zodat ook hij en zijn Truus een bijdrage kunnen leveren aan een duurzamere maatschappij als het om mobiliteit gaat. RAI Aftermarket wil nadenken over hoe het bestaande wagenpark – bestuurd door Jan en Truus – een bijdrage kan leveren aan de gewenste vergroening.

Digitale transitie

Om iedereen in de mobiliteits­branche mee te laten profiteren van de voordelen van digitalisering en mobiliteit betaalbaar te houden, vragen wij aandacht voor het belang van het delen van voertuig­data. RAI Aftermarket trekt hierin samen op met AFCAR NL. Om samen als alliantie aandacht te vragen voor datamacht van ‘gatekeepers’ en het bieden van oplossingsmogelijkheden via het zogenaamde Secure Onboard Telematics Platform (S-OTP). Een auto produceert flinke hoeveelheden data tijdens het gebruik van het product. Alle connected voertuig­en gebruiken en produceren data. Deze data krijgt steeds meer waarde. Daar zijn we ons niet allemaal bewust van. De berijder, veelal de particuliere consument, heeft een relevante en cruciale rol in dit vraagstuk. Naast het in de autobranche bekende wetgevingstraject voor Acces to in-vehicle data en de S-OTP oplossingsrichting hiervoor vanuit AFCAR (de Europese evenknie van AFCAR NL), is de Europese commissie bezig met het opstellen van een Europese Data Act en Sector Specifiek Data Wetgeving voor de automotive branche.

Duurzaam gedrag

Gezonde mobiliteit vraagt om investeren in duurzaamheid, op alle niveau’s en naar ieders persoonlijke mogelijkheden. Welk gedrag laten we zien als we producten gebruiken, eten en consumeren. We kunnen iets goedkoops aanschaffen dat uiteindelijk toch duur is, doordat het veel energie kost om het te maken/transporteren, of omdat je het snel moet vervangen. Of we kunnen dingen kopen die beter zijn, duurder in aanschaf maar veel goedkoper in het dagelijks gebruik. Omdat ze beter repareer baar zijn waardoor je het minder snel hoeft te vernieuwen. Bedenk bij elke aankoop hoe lang het mee gaat. Bereken de totale tijd dat je er eigenaar van bent, en probeer in te schatten wat de kosten zijn van het dagelijks gebruik. Zo kan het relevant zijn om iets te kopen dat in eerste instantie duurder is maar dat veel langer mee gaat. Denk na over het consumeren van producten of voedsel van de andere kant van de wereld. Denk na over alle aspecten voor gezonde mobiliteit (energie/brandstof/productie/gebruik/onderhoud/recycling). Het zijn mobiliteit producten die gebruikt mogen worden maar die je niet moet verspillen. Daar kunnen we allemaal een bijdrage aan leveren. Daar zijn we allemaal mede verantwoordelijk voor. Zo simpel is het.

Hybride model

Het echte nieuws is, dat er geen eenvoudige en simpele oplossing bestaat om de aarde middels klimaatplannen te redden. We hebben niet meer de luxe dat er één eenvoudige oplossing is, die géén of weinig moeite kost. Of dat met het vrij maken van financiële middelen (subsidies) en manschappen (investeringen) alles geregeld is. Er zijn geen oplossingen die de silver bullet bevatten. Alles wat helpt is nodig oftewel een hybride model. Waarbij we zoveel mogelijk een integratie van plannen willen nastreven. Anders gaan we het Europese Klimaatplan 55 procent CO2-reductie niet halen. Klimaat en milieu kost moeite, het gaat pijn doen en het gaat schuren. De echte vraag is dus: wat gaan we opofferen? Van welke verworvenheden gaan we afscheid nemen. Waar gaan we mee stoppen, waarbij het accepteren van verlies iets is waar de mens niet goed in is. De vraag waar gaan we echt mee stoppen schuift iedereen graag voor zich uit. Gaan we de pijn en de opbrengsten eerlijk verdelen? We manoeuvreren onszelf steeds weer in een spagaat. Zowel bedrijfs­leven (verdienmodel mag niet geraakt worden), politiek (budgetten beperkt) als de burger zelf (hypotheek moet betaald worden en de vakantie lonkt). Dat is op het eerste gezicht begrijpelijk, maar daardoor gaan we niet snel genoeg verder. We trekken de handrem aan terwijl we gas moeten geven. Daar snapt de natuur echter niets van en gaat dan ook haar eigen ‘opwarmende’ gang.

Deltaplan

Als je echt naar een geïntegreerde aanpak voor een gezonde mobiliteit wil, dan heb je een soort van Deltaplan Mobiliteit nodig. Een plan dat vraagt om een balans tussen kosten en opbrengsten en het afwegen van voor- en nadelen van de energietransitie, de infrastructuur, de digitalisering en grondstoffengebruik. Een balans die ook geldt tussen het mkb en het grootbedrijf. Daar speelt echter ook marktwerking een rol. En niet te vergeten de ‘noodzaak’ tot schaalvergroting gezien de benodigde investeringen die door de focus op duurzaamheid en digitalisering noodzakelijk zijn. Om over de strijd om goed personeel nog maar te zwijgen. Grote ondernemingen hebben vaak meer mogelijkheden voor een carrière­perspectief. Waar het MKB door zijn totale voetprint altijd nog de economische ruggengraat van ons land is. Een plan dat ook kijkt naar onnodige subsidieregelingen die alleen maar richting het buitenland vloeien. Laten we vooral kijken wat kan en wat ons helpt de klimaatdoelen te halen zonder het bedrijfs­leven in de mobiliteits­sector – lees vooral de autobedrijven – van de kaart te vegen. Een Deltaplan dat bereid is verder te kijken dan de door de politiek actuele en in onze ogen achterhaalde visie van een battery only strategie om de energietransitie te volbrengen. Misschien is die politieke oplossing van 100 procent elektrische personen­auto’s in 2030 inmiddels een achterhaald idee? Een gezonde mobiliteit is een must, maar dan wel voor alle belanghebbenden. Wij allemaal dus!